24-10-2022

Broedstop in de herfst en weer een broednestje in de winter

Het klinkt tegengesteld: broedloosheid in de herfst en vervolgens weer broed in de winter. Toch ligt de grootste kans op een broedloze periode in de tweede helft van de astronomische herfst van 15 november tot 21 december. Vervolgens zie je aan het begin van de winter (medio januari) het nieuwe broednestje weer ontstaan. Meestal valt in Nederland het echte koude winterse weer in januari en februari. Door de aanwezigheid van een klein broednestje staat de kachel in de kern van de wintertros dan alweer op ongeveer 35 graden. De buitenkant koelt dan af tot 10 a 12 graden. 

Hoe ontstaat dit verschijnsel?

De komende weken zal de buitentemperatuur ongetwijfeld gaan dalen. Zodra de nachttemperatuur richting het vriespunt daalt, trekken de bijen zich terug op een compacte wintertros. Met dagtemperaturen van 8 graden en hoger komen ze weer los van de tros en zullen ze de voerresererves aan de buitenkant van de kast aanspreken, uiteraard voorzover die ramen in de herfst al niet leeg gegeten zijn. 

In september en oktober wordt er nog redelijk veel wintervoer geconsumeerd. In de maanden november, december en januari wordt het voergebruik minimaal, dat wil zeggen hooguit een kilo per maand. In februari loopt het voergebruik al weer behoorlijk op vanwege het groeiende broednest. In maart en april consumeren ze wel 3 tot 4 kilo per maand, deels wintervoer deels verse nectar. 

Het krimpende en groeiende broednest

De instandhouding van het broednest wordt beinvloed door vier factoren: de interne biologische klok, de daglengte, de buitentemperatuur en binnenkomend vers stuifmeel/nectar. De biologische klok is evolutionair bepaald, deze bepaalt in ons leefgebied het basisritme van het krimpende broednest in de nazomer en het ontstaan van het nieuwe broednestje midden in de winter (januari). 

De krimp en groei correleert met de daglengte en buitentemperatuur. De daglengte neemt af vanaf de zomerwende op 21 juni en neemt toe vanaf de winterwende op 21 december. Astronomisch begint de zomer op omstreeks 21 juni en de winter op 21 december. Uit experimenten met bijenvolken in geconditioneerde ruimten blijkt dat het broednest in onze omgeving altijd in januari begint ook bij aanhoudende constante daglengten en lage temperaturen. Dit is de interne klok, die altijd op de achtergrond het basisritme vormt. De groeiende daglengte in januari geeft echter wel een extra stimulans. Een stijging van de buitentemperatuur draagt weer bij aan de broedzorg en het weer beschikbaar komen van voedsel. 

Gezien de voedselreserves die bijenvolken voor de winter aanleggen, zijn ze minder afhankelijk van vers nectar/stuifmeel. De stuifmeelreserves zijn echter beperkt. In januari en februari kunnen ze zich met het opgeslagen bijenbrood voort helpen.

In Afrika kan hitte en langdurig gebrek aan stuifmeel/nectar het broednest zelfs in de zomer volledig teniet doen. De bijen kennen daar een ander broedritme. Soms zie je bij extreme droogte en hitte in Nederland ook een sterke achteruitgang van het broednest gedurende korte perioden.  

In oktober/november zal het broednest over het algemeen nagenoeg verdwijnen. Het bijenras met zijn eigen interne biologische klok heeft hierop grote invloed. De Zwarte bij zal kleiner overwinteren en volledig broedloos zijn, terwijl de Buckfastbij gezien zijn gemixte achtergrond vaak nog een klein broednest aanhoudt en groter overwintert. De Carnicabij kent een echte winterbroedstop en overwintert groter dan de Zwarte bij. De bastaardbij is minder voorspelbaar in haar gedrag.  

Broedsensor-grafieken: Twee volken op twee verschillende locaties, de eerste is al bijna uit het broed en de tweede houdt nog een broednest aan. In beide volken zie je bij een oplopende buitentemperatuur naar 20 graden ook een oplopende temperatuur van het broednest. 

Zodra er lichte vorst optreedt, trekt ieder volk zich terug op de wintertros. De wintertros is bij aanblijvende vorst zeer compact. Van broedzorg kan nauwelijks meer sprake zijn. De kans op een zeer klein of volledig verdwenen broednest is dus het grootste aan het eind van de herfst. De neerwaartse spiraal bereikt door het beperkte daglicht, gebrek aan dracht en de dalende dag- en nachtemperaturen op dat moment zijn dieptepunt. We hebben het dan over eind november en de eerste drie weken van december. Die (bijna) broedloze periode duurt derhalve maar 4 tot 6 weken. 

Zodra de dagen in januari beginnen te lengen en het zonlicht weer in intensiteit en warmte toeneemt, zullen de bijen onomkeerbaar een begin maken met het nieuwe broednest. Met warme dagen begin januari kan er reeds sprake zijn van een beginnend broednestje. 

Zwakke volken en het broednest

Zwakke volken hebben vaak helemaal geen broedstop. De koningin wordt vaak getriggerd tot een soort compensatiegedrag. Het tekort aan winterbijen moet aangevuld worden, want bij strenge kou kan het volk zich niet voldoende beschermen tegen de kou. Dit gedrag heeft vaak niet het gewenste effect, want de bijen hebben vaak een ziekte onder de leden. Bij sterfte in de winter tref je dan op één of meerdere ramen nog gesloten broed aan. Winter dergelijke volken daarom niet solo in, maar verenig ze met andere achterblijvende volken. Maak niet de fout om zwakke volken te verenigen met je beste volken. De zwakke volken zijn niet voor niets zwak. De oorzaak moet je niet overbrengen op je sterke gezonde volken. 

Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent bijenteelt 

Deel dit bericht

Reacties

  • Jans

    24-10-2022 om 16:18

    Hallo Ben, afgelopen dagen was het overdag warm ook de nachten waren niet koud, luchtvochtigheid hoog genoeg, ik heb 1 bijenvolk wat nog heel veel varoa mijten telde, behandeld met mierenzuur, omdat de temperatuur nog oké hiervoor was, ik hoor nu van ervaren imkers dat dit echt niet meer kan, maar waarom niet, het volk heeft nauwelijks broed dus toch alleen maar goed, dacht ik, wat is dan het nadeel volgens jou.

    Ha Jans, je kunt met 20 graden nog wel met mierenzuur behandelen, echter behandelen heeft geen zin meer. Waarom niet?
    De zomerbehandeling richt zich op de vele mijten, die op de kortlevende zomerbijen en in het laatste zomerbroed zitten. Zodat de laatste generatie jonge zomerbijen ontdaan worden van mijten. Die laatste zomervoedsterbijen moeten namelijk de nieuwe langlevende winterbijen voeren.
    De meeste winterbijen zijn inmiddels geboren. De winterbijen geboren zonder mijten worden langlevend, echter met mijten worden ze kortlopend. Door in oktober te behandelen span je het paard achter de wagen. Je verandert aangetaste bijen niet meer. Belast met mijten zijn ze voor 1 januari al dood. Afhankelijk van de mate van besmetting met mijten en virussen zal het volk wel of niet overleven.
    Conclusie: bestrijd eind juli dan helpt het, later helpt de bijen niet echt terwijl de mijten wel dood gaan. Maar de schade is al aangebracht. Groet,Ben

  • Kees

    24-10-2022 om 20:13

    Hi Ben, wanneer je niet behandeld hebt op tijd in juli, heeft behandelen met oxaalzuur in suikeroplossing (druppelmethode op wintertros) eind november/ december dan nog zin? Of verzwakt dit de tros alleen maar?

    Ha Kees, de zomer- en winterbehandeling zijn zeer verschillend. De tijdige zomerbehandeling werkt curatief en de winterbehandeling werkt preventief. De winterbehandeling "geneest niets meer" en is derhalve niet van belang voor de overwintering. Dat is de tijdige zomerbehandeling wel. De winterbehandeling zorgt ervoor dat je met een extra lage mijtenbesmetting het voorjaar in gaat. Je ontneemt hiermee overigens wel de bijen de kans om te laten zien dat ze zelf iets kunnen uitrichten tegen de mijten. Groet, Ben

  • Frauke

    24-10-2022 om 21:47

    Door de recente warme dagen vliegen de bijen "vrolijk" rond voor de kasten. Dat zal hen veel energie en dus ook voer kosten.Ik maak me dus zorgen. Wanneer is het zinvol de voervoorraad te checken en te bezien of bijvoeren noodzakelijk is?
    Groetjes

    Ha Frauke, het aantal vlieguren blijft gering en het aantal vliegende bijen is ook niet zo groot. Ik zou me geen zorgen maken als de kast nog lekker zwaar was eind september. een relatief groot broednest kan nog wel veel voer vergen, maar dit komt minder vaak voor. Groet, Ben

  • Henk

    25-10-2022 om 09:18

    Hallo Ben, ik heb een topkast gemaakt en wil daarin met kleine cellen imkeren(4.9).
    Moet er volgend seizoen dan een zwerm in, of is er een andere manier.
    Groeten Henk

    Ha Henk, de allerbeste en snelste manier is een 4,9 volk kopen. Als tweede goedkopere optie kun je proberen gebruikte 4,9 miniplus of simplex-raampjes over te nemen en in deze miniplus een schudzwerm te huisvesten. Na 7 weken zijn er 2 generaties kleine bijen ontstaan. Door de miniplus 2 m te verplaatsen, vliegen de grote oude haalbijen af en heb je je eerste 4,9 volkje klaar. Vanaf dat moment kun je ze 4,9 mm kunstraat geven.
    In het voorjaar daarna overhangen naar de topkast.
    PS met een zwerm gewone bijen krijg je 5,2 of 5,1 mm cellen. Van nature worden de broedcellen uiteindelijk wel kleiner, maar dat duurt wel 5 of 6 jaar.
    Groet, Ben

  • Olivier Visser

    30-10-2022 om 17:11

    Dag Ben,

    Wasmot heeft een ware ramp aangericht in mijn honingraampjes. Acht honingkamer met 80 raampjes zitten vol wasmotlarven en eitjes. Uit voorzorg heb ik ze uit de schuur gehaald en buiten gezet.
    Ik heb aan paar vragen:
    - zijn de raampjes nog te redden of moet ik ze allemaal weggooien?
    - kan ik volstaan met alleen het uitsnijden van de was of moet het hela raampje de vuilnisbak ik?
    - op de vloer van de schuurvlieiring liggen wasmoteitjes. Hoe pak ik die aan?
    - Hoe de lege honingkamers te behandelen?
    - walnootblad heeft niet geholpen. Hoe kan ik het in het vervolg aanpakken om een aanval van wasmot te voorkomen?

    Ik zie je antwoord graag tegemoet. Alvast hartelijk dank.

    Groet, Olivier Visser

    Ha Olivier, om de wasmoteitjes en -larven en wasmotten te doden zou je de ramen moeten invriezen. Bij deze temperatuur blijven ze namelijk actief.
    Mocht de schade beperkt zijn, dan herstellen de bijen de schade wel weer. Maar met te veel schade of te veel spinsels van de rupsen of poep van de rupsen zou ik alles omsmelten in een stoomwassmelter en de raampjes schoon krabben en voorzien van nieuwe kunstraat.
    Maar hoe kon het zover komen? Waren de ramen deels al bebroed of zat er veel stuifmeel in?
    Heb je ze nat geslingerd of droog opgeslagen?
    Groet, Ben

  • Olivier Visser

    30-10-2022 om 20:59

    Dag Ben,

    Dank voor je reactie.
    Er zat geen broed in de raampjes, ook geen stuifmeel. Na het slingeren heb ik ze nat opgeslagen, met walnootblad.. Dat doe ik al vele jaren. Dit heb ik niet eerder meegemaakt.
    Ik ga de was handmatig uitbreken en dat gaan de raampjes de stoomketel in.
    Is er een preventief middel, zodat ik me er volgend jaar tegen kan wapenen?

    Groet,

    Olivier

    Ha Olivier, er is geen preventief middel. Misschien heb je gewoon pech gehad. De opslag van onbebroede ramen heeft het beste effect. Je zou nog een schaaltje ijsazijn in een bovenste hk kunnen zetten. Dat doodt een deel van de larven. Is eigenlijk bedoeld tegen NOSEMA sporen. Waarschijnlijk hebben de wasmotten bij jou al op de vliering gezeten. Dus de hk's goed afsluiten. Groet, Ben

Uw reactie

Vink onderstaand controlevakje aan tegen spamrobots

Blijf op de hoogte

Wilt u automatisch een e-mail ontvangen zodra Ben Som de Cerff een nieuw blogbericht heeft geplaatst?
Meldt u zich dan hier aan.