Na weken van grijze luchten kwam vandaag de zon weer door. Met zeven graden en een lekker zonnetje kwamen de bijen die in de zon stonden weer volop naar buiten. Wat een fantastisch schouw- en hoorspel. In Bussum en Enschede hoorde ik van imkers dezelfde blije geluiden.
Op de schuifladen zie je dat ze zich direct op alle ramen bevinden, de buitenramen worden opengeknaagd om voer op te nemen. Kijk maar eens op de schuifladen morgen. Echt een voorproefje van de voorjaarsschoonmaak.
Vanmorgen heb ik de mijtenval van enige volken onderling vergeleken en gekeken naar vergelijkbare cijfers van vorige jaren. De vergelijkbaarheid van deze twee volken waarvan hieronder de mijtenval van de afgelopen vijf maanden te zien is, zijn vergelijkbaar in hun kasttype en sterkte.
De moeren en de celmaat zijn totaal verschillend, wat ook overeenkomt is de standplaats en de leeftijd van de volken. Ze zijn in 2019 - bijna drie jaar geleden - ontstaan vanuit onbehandelde bijenvolken. Het ene volk heeft een 75% VSH Buckfastmoer uit 2019 en die zit al die jaren onbehandeld op 4,9 mm cellen en het andere volk heeft een 2020 25% VSH moer en is ook al drie jaar onbehandeld.
De enige verschillen zijn dus het varroa sensitieve hygienische gedrag en de celmaat. Naar mijn ervaring versterken kleine cellen en hygienisch gedrag elkaar. Komend jaar zal ik bij deze twee volken raampjes met jong open broed verwisselen om het wederzijdse effect op de mijtbesmetting van grote en kleine cellen te vergelijken.
In onderstaande grafiek is de bovenste lentegroene grafiek de hogere dagelijkse mijtenval van het laag VSH volk op grote cellen en de andere grafiek is dus het hoog VSH-volk op kleine cellen. Van dit laatste volk kan ik nog melden dat de mijtenval vanaf 1 september tot heden ieder jaar vrijwel constant laag blijft. Dit is dus de derde jaarlijkse meting. Voor de duidelijkheid nogmaals: deze beide volken zijn in drie jaar nooit behandeld.
De totale mijtenval van het volk op de grote cellen en laag VSH was de afgelopen vijf maanden: 1634 mijten en het volk op kleine cellen en hoog VSH heeft 82 mijten laten vallen. Je ziet in de grafiek dat de grootste mijtenval plaats vindt in september en oktober. Met het verdwijnen van het broednest verdwijnen ook de mijten via de schuifla. Ik heb uit andere onderzoeken begrepen dat 85% van de mijten in herfst en winter uit zichzelf verdwijnen.
Zonder VSH en andere maatregelen zoals kleine cellen zou de overblijvende populatie zich te snel kunnen herstellen tot onacceptabele mijtenaantallen.
Maar duidelijk is wel dat hoog VSH-volken op kleine cellen zonder behandeling een zeer lage mijtenbesmetting ondervinden. Bij meerdere volken zie ik hetzelfde resultaat. Op het bevruchtingsstation Ameland staan dit jaar hoog VSH-darrenvolken, dus wil je hoog hygienische gedrag in je volken krijgen dan is dit misschien een mooie kans.
Ben Som de Cerff, docent koninginnenteelt en hobby-imker