24-10-2020

Mijtenval als graadmeter voor de besmetting

Mijtenval als graadmeter voor de besmetting

Dit keer een wat minder luchtig en wellicht te uitgebreid blogbericht over mijn onderzoek naar de mijtenval in bijenvolken. Er zijn verschillende imkergroepen o.a. in Nederland die streven naar behandelvrij imkeren zoals we dat voor 1985 gewend waren. Overal in de wereld zijn er plaatsen te vinden waar groepen bijenvolken zich goed in leven weten te houden zonder ten onder te gaan aan de mijtbesmetting. Niet dat er geen mijten meer aanwezig zijn in deze volken, maar de aanwezige mijten leven in een natuurlijk evenwicht met de bijen. Het aantal mijten loopt niet extreem op waardoor de impact van virussen beperkt blijft. 

Aangezien ik in 1984 begonnen ben met imkeren in een tijdperk zonder mijten en dus zonder driegangen menu is mijn verlangen naar bijenhouden zonder de toepassing van zuren en tijmolie groot. Vier jaar geleden ben ik begonnen met bijen op kleine cellen en ben ik tevens begonnen met mijn selectieprogramma. Mijn eerste "kleine bijenvolk" uit 2016 leeft na 4 jaar nog steeds behandelvrij en inmiddels zijn er nog 7 volken uit 2017 en 10 volken uit 2018 die behandelvrij meerdere winters overleefd hebben. Grappig genoeg blijven het sterke volken, die ook nog veel honing halen. 

De komende winter is uiteraard weer spannend, zullen de volken het weer redden? Ze zien er op dit moment  sterk uit, zodanig sterk dat het me zelf verrast. Over het algemeen lees je in publicaties dat onbehandelde volken na 2 jaar instorten en de winter niet overleven. Maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Niet dat ik hierbij oproep af te wijken van het driegangen menu, nog sterker: blijf dit vooral toepassen. Maar verdiep je tevens in deze interessante materie en begin met het monitoren van de mijtenval en de mijtenbesmetting en verbaas je over de verschillen tussen volken. Imker vooral verder met de volken met de minste mijtenval. Blijkbaar hebben deze volken een manier gevonden om met de mijten te dealen. 

Volgens een studie van Flores en Padilla uit 2015 blijkt dat de gemiddelde mijtenval gemeten in herfst en winter de meest betrouwbare uitslag geeft over de algehele mijtbesmetting in het volk. Na 1 oktober zie je nagenoeg geen mieren en oorkruipers meer, die nog mee kunnen snoepen van de mijtenval. 

In ons NBV-bijenblad heb je kunnen lezen dat er verschillende deskundige imkergroepen zijn, zoals Bijen@wur, de duurzame bij, de Vitale bij en BD-imkers die ook streven naar het duurzaam houden van bijenvolken. Dat is ook mijn streven. Bestrijdingsmiddelen hopen zich op in bijenwas of in honing. Beiden wil je eigenlijk niet, ook al zijn het geringe hoeveelheden. Onze bijen zijn kleine gevoelige insecten en de mijne zijn nog kleiner ;-).  

Door een bewuste keuze te maken bij de aanparing van de koninginnen, in mijn geval Buckfastkoninginnen en vooral te letten op het hygienische gedrag van de teeltlijnen, kun je langzaam door streng te selecteren het ruimgedrag van de bijen bevorderen. Ieder jaar zie ik de mijtenval van mijn onbehandelde volken iets minder worden.  In welke mate de verhoogde hygiene en de kleine cellen elkaar versterken is niet geheel duidelijk. Maar de mijtenval in mijn kieine cellen volken lijkt over de hele linie lager te worden. Het feit dat ze onbehandeld overleven, is het beste bewijs voor het natuurlijke evenwicht tussen bijen en mijten. 

In deze video vertel ik meer over het onderzoek naar de mijtenval:

Jaarlijks tel ik zo'n 50.000 mijten van zo'n 25 tot 30 volken. 

Ieder jaar test ik de nieuwe volken, die ik het eerste jaar in MiniPlus huisvest, op de mijtenval in herfst en winter. Je ziet dan opmerkelijke verschillen in het gedrag van bijen: 

- sommige volken kunnen buitengewoon goed poetsen;

- sommige volken vertonen VSH-gedrag, er worden poppen en mijtengezinnen opgeruimd;

- er zijn volken waarbij er vooral volwassen mijten vallen, maar ook volken met complete mijtenfamilies, te zien aan de lichter gekleurde mijten. De lichter gekleurde mijten tonen tevens aan dat er nog uitlopend broed in de volken zit;

Bij sommige volken vallen er gemiddeld 1 a 2 mijten per dag, een enkeling zelfs minder en anderen hebben 10 of meer mijten per dag. De hoogte van de mijtenval vertoont per volk een zeer stabiel karakter. De mijtenval is na warmere dagen altijd verhoogd. 

Dit jaar was de piek in de mijtenval eind september, vorig jaar lag die piek twee weken later. Blijkbaar heeft dat iets met de nazomerse weersomstandigheden te maken, die van invloed is op het broednest. De meeste mijten vallen bij het teruglopen van het broednest. Het uitlopende broednest genereert blijkbaar veel dode mijten. De grafiek met de mijtenval is hier in te zien. Op 1 november zijn de langlevende winterbijen gevormd en lijken de meeste broednesten verdwenen of minimaal te zijn. Vanaf dat moment zitten er nog uitsluitend mijten op de bijen. Dit zijn blijkbaar ook de mijten waarvan het merendeel die de winter overleeft, tenzij er begin december een oxaalbehandeling plaats vindt. 

De MiniPlus-volken, die een lage of middelmatige mijtenval vertonen, worden in het voorjaar omgezet naar behandelvrije dadantvolken. De volken met te veel mijten worden opgesplist naar meerdere kastjes die als broedafleggers gebruikt worden voor de nieuwe koninginnen in mei en juni. Daarna herhaalt zich het proces. De miniplussen vormen dus een soort voorportaal voor de teelt en selectie van mijn toekomstige bijenvolken. 

Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent koninginnenteelt

 

Deel dit bericht

Reacties

  • Gert valk

    24-10-2020 om 21:46

    Wat een interresant en leuk verhaal! Ga zo door Ben!
    Ik leer steeds weer wat bij;)

    Ha Gert,
    Doe maar mee met de MiniPlussen. Selectie op P-moeren en F1-zusters is heel leuk! Groet, Ben

  • Catherine

    25-10-2020 om 07:57

    Hej Ben,
    Ik meet ook vrijwel dagelijks de mijtenval en zie ongeveer hetzelfde patroon als jij; vrij stabiel per bijenkast en iets meer mijten na een warmere dag. Hier in Zweden liggen we wat betreft herfst ca. 2-3 weken voor op Nederland. De kasten met lage mijtenval en geen bijen met DWV op de vliegplank/ voor de kast zijn nu nagenoeg broedvrij. De kasten met grotere mijten- e/o virusbelasting lijken nog 1-2 straatjes ( donkere mul) broed te hebben.
    Mijn kasten zitten op raatgrootte 5,1 en uitbouwen 4,9 is dit jaar moeizaam gegaan ( grotendeels warboel). Volgend jaar wil ik ze graag overzetten op 4,9. Heb je hier nog tips voor? Ik kan namelijk niet uitgebouwd krijgen.

    Catherine, juist in Zweden wordt heel veel op 4,9 mm geimkerd. In de hoek van Buckfastimkers met Elgon-bijen zou je eens kunnen informeren. Kun je Erik Osterlund niet mailen?
    Ze bouwen 4,9 mm beter uit in juli dan in april/mei is mijn ervaring. Er moet niet veel dracht zijn, want dan maken ze er broddelwerk van. Het liefst bouw ik 4,9 mm op vanuit apidea naar miniplus en van miniplus naar dadant. Maar goed....ik begin direct met kleine bijen in de apidea's. Groet, Ben

  • Jan Adrichem

    25-10-2020 om 09:41

    bedankt Ben
    Goed verhaal ik ben ook aan het monitoren geslagen sinds 2 jaar waardoor de oxaal zuurbehandeling elke keer per situatie bekeken wordt.

    Jan, dit heet IPM, Intergrated Pest Management. Groet, Ben

  • Jan T

    25-10-2020 om 11:48

    Erg interessant artikel. Zou het imkeren op 4.9 mm eigenlijk "standaard" moeten worden?

    Jan, denk het niet, want de overstap is veel te lastig. Maar met 5,1 mm kan iedereen imkeren. Dat zou dan wel al een klein stapje zijn in de goede richting. Groet, Ben

  • Renée

    25-10-2020 om 12:50

    Hoi Ben, interessant stuk. Heb ik je goed begrepen dat je je volken in topbarhives ook niet behandelt?
    Ik ben erg benieuwd wat je ervaringen zijn bij deze volken als het gaat over mijtenval, natuurlijk evenwicht en overleving.

    Ha Renée, bij mijn TBH's kan ik met de dichte bodems uitsluitend monitoren op bijengezondheid (geen dwv of verlamde bijtjes) en op sterkte. Als die beide goed zijn, behandel ik niet. Ik denk dat ik 5 jaar geleden voor het laatst mijn 3 TBH's behandeld heb. Maar misschien kan ik dit doen, dankzij de voorselectie op gezonde mijtarme jonge volken. In de grote volken ben ik kritisch op bijen en broed. Zodra het broed enigszins minder er uit ziet, dan vervang ik de moer door een moer van mijn betere lijnen. Dat helpt het broed dan zienderogen opknappen. Groet, Ben

  • minke

    25-10-2020 om 13:58

    hoi Ben, dank weer. ivm met de varroametingen, een vraag over de enquete die elk jaar wordt afgenomen en bij mijn weten (uit mijn geheugen) het verlies van volken in de winter meet. Waarom is dat eigenlijk? Zelf merk ik namelijk dat ik de meeste volken verlies in de zomer. (ik zet er geen emoticon meer in, want volgens mij wordt het bericht dan afgebroken door het programma, maar het is dus snik). Ik kreeg toevallig afgelopen 2 weken diverse berichten, waaronder van 1 iemand die een verdwijnziekte kast had (ik kon hem jouw blog daarover mailen van 2016!) en van iemand die zijn enige volk dit jaar had verloren aan een misgelopen zwerm en vervolgens een darrenbroedig volk/moer. Ik zelf heb ook een bijzonder jaar gehad met maar liefst 5 darrenbroedige volken van de 10. Het ligt ongetwijfeld aan mijzelf overigens, maar misschien toch ook aan varroa (slechte darren) of klimaat? Dus waarom alleen het verlies in de winter meten? Weet jij waarom dit is?

    Ha Minke, in Duitsland inventariseert men wel herfstverliezen. Maar het mislukken van nieuw opgezette volken of het verliezen van volken ten gevolge van mislukte kunstzwermen wordt niet gemeten. Waarschijnlijk omdat je dan meestal een uitbreiding de mist in ziet gaan, maar niet de oorspronkelijke volken.
    Uiteraard is het zeer vervelend en verdrietig wanneer je een voorzwerm verliest en tevens de nieuwe moer niet goed bevrucht wordt of niet terugkeert.

    Deze laatste zaken hebben mogelijk toch iets met ervaring te maken, alhoewel slechte bevruchtingen vaker gemeld worden. Misschien toch vanwege de droogte of kwaliteit van de darren de laatste drie jaar?
    Misschien toch een leuk topic voor een poll of een enquête.
    Ik zal het eens aanslingeren bij de NBV. Groet, Ben

  • Susanne

    25-10-2020 om 14:24

    Dank je wel weer, Ben, voor je heldere uitleg.

  • Jaap uut Ede

    25-10-2020 om 14:35

    Dag Ben,
    Het afgelopen seizoen heb ik de indruk gekregen dat de natuurlijke mijtenval niet altijd een goede weergave van de besmettingsgraad is. Ik vond gedurende het seizoen maar heel weinig mijten op de onderleggers, maar helaas, de behandeling met mierenzuur resulteerde in vele honderden mijten.
    Daarnaast heb ik een volk met veel bijen met zwarte achterlijven. Wat is daarvan de oorzaak en wat is er aan te doen?

    Dag Jaap, de mijtenval in de zomer stelt inderdaad weinig voor omdat de meeste mijten dan verstopt zitten in het broed. Je kunt er dan geen peil optrekken, maar dit is anders vanaf medio augustus. Dan vallen ze bij sterk besmette volken bij bosjes, ook wanneer je niet zou bestrijden. Uiteraard moet je wel bestrijden, maar de mijtenval is dan wel maatgevend voor de besmetting.
    Je zwarte bijen zijn of (kaal geworden) rovers of ze hebben last van het verlammingsvirus CBPV, ook wel zwartzucht genoemd. Ik heb er wel eens over geschreven, kijk even bij de blogcategorie bijengezondheid. Groet, Ben

  • Margeo

    25-10-2020 om 14:38

    Beste Ben interessant artikel weerom dank daarvoor.
    Even iets anders 3 weken geleden aan u een berichtje gestuurd ivm roverij van wespen in een van mijn kasten .Wat blijk nu die kast is helemaal leeg nog slechts enkele bijen.Kan dit veroorzaakt zijn door de wespen of was er iets anders aan de hand..
    Mvg Margeo

    Ha Margeo, de kans is zeer groot dat de wespen niet de hoofdoorzaak zijn van het verdwijnen van de bijen, maar dat er een ander onderliggend probleem was. Namelijk moerloosheid of darrenbroedigheid of een zware mijtenbesmetting. Ik denk dat verzwakking door een defecte moer de oorzaak zou kunnen zijn. Daardoor laten de bijen de bescherming vallen en valt zo'n volk ten prooi aan rovers. Groet, Ben

  • Henk

    25-10-2020 om 21:00

    Hallo Ben, wat weer een uitgebreide en heldere uitleg, top !!
    Wil as seizoen een volkje “zwarte bijen” aanschaffen. Hier wil in meerdere koninginnen uit halen, dmv aflegger, en redcellen. Kan ik deze jonge K”s invoeren in mijn bestaande (rasloze )bijenvolken en zo geleidelijk al mijn volken de eigenschappen krijgen van de zwarte bij ?
    Of kan ik beter 2 volkjes zwarte bijen aanschaffen en daarmee doorgaan ?

    Dag Henk, zodra je begint met een specifiek ras moet je wel jaarlijks koninginnenteelt gaan doen, ook al is het in een simpele manier in de vorm van broedafleggers. Je moet wel beschikken over een raszuiver basisvolk dus met P-moer ook wel F0-moer genoemd.
    Schaf je P-moer zwarte bijen met volkje aan dan kun je daar twee jaar plezier van hebben en daar broedaflegger van maken waarin F1 moeren zullen ontstaan.
    Vooral niet doorgaan met F2 of F3 volken, want dan verwateren de eigenschappen snel vanwege het gebrek aan echte zwarte darren in je omgeving. Groet, Ben

  • Alexandra

    06-11-2020 om 09:34

    Hallo Ben,
    Ik ben in september met mijn eerste bijenvolk begonnen. Dit volkje heb ik gekocht van een imker die zijn bijen niet behandeld tegen varoa. De dames deden het heel goed en ik heb ze in sept bijgevoerd. Echter begin oktober ging mijn volk van 6 straatjes teruglopen naar 3 straatjes. Per dag waren gemiddeld 10 mijten op de la te vinden. Verder geen tekenen van ziektes ondrr de bijen. Voedsel was er genoeg (7-8 ramen) en een half raam raam met gesloten broed.
    Eind oktober ging het helemaal mis. Alles bijen waren weg/dood de koningin zat nog alleen op een raam en leefde nog net. Op de gaasbodem lag nog een handje vol dode bijen
    Ik baal er echt enorm van en ik vraag me af wat ik anders had moeten doen.
    Een niet nader te noemen imker werd zelfs boos op me dat ik niet alsnog heb behandeld tegen varoa. Heeft hij gelijk. Ik wil het graag goed doen maar nu weet ik het echt even niet meer.

    Ha Alexandra, spijtig, maar jou treft geen blaam. September zou veel te laat zijn om het volk alsnog te behandelen. Dat volk was bij de vorige eigenaar ook hoogstwaarschijnlijk dood gegaan. Dus als die imker het sportief opneemt, dan krijg je van hem in het voorjaar een nieuw vervangend volkje.

    Alle beginnende imkers adviseer ik altijd het zogenaamde driegangenmenu aan. Pas na jaren ontstaat er zoveel ervaring en inzicht dat je de mijtenbesmetting goed kan beoordelen/meten zodat het verantwoord is om 1 of meerdere behandelingen achterwege te laten.

    Het zijn overigens virussen, die het volk de das om doen en niet de mijten. De mijten fungeren vaak wel als gastheer voor de virussen. Deze bijen zijn dus genetisch gevoelig geweest voor de virussen. Daardoor verdwijnen de zieke bijen de kast uit om in het veld buiten te sterven. Op die manier loopt je hele kast leeg. Een verschijnsel dat we verdwijnziekte noemen of colony collapse disorder. Een triest verschijnsel, maar vanwege je late aankoop niet verwijtbaar aan jou. Groet, Ben



Uw reactie

Vink onderstaand controlevakje aan tegen spamrobots

Blijf op de hoogte

Wilt u automatisch een e-mail ontvangen zodra Ben Som de Cerff een nieuw blogbericht heeft geplaatst?
Meldt u zich dan hier aan.