De tweede honingkamer voorkomt overbevolking
Medio april is het bij goede volken meestal al nodig om een tweede (halve of lage) honingkamer te plaatsen. In de tweede helft van maart hebben we de eerste uitgebouwde honingkamer met eronder een moerrooster geplaatst en in sommige gevallen een onderbak onder de broedkamer. Dit laatste is facultatief, zeker voor zwermtrage rassen. Ruimte voor de bijen verschaf je dus ook door honingkamers boven het moerrooster te geven. Dit voorkomt overbevolking in de broedkamer en dit remt het ontstaan van de zwermdrift af.
Bij dracht lopen honingkamers snel vol
Bij mooi voorjaarsweer zal de dracht goed zijn en kan de eerste honingkamer na zeven dagen al voor meer dan vijftig procent gevuld zijn. De tweede honingkamer moet bovenop de eerste honingkamer geplaatst worden. Deze mag voorzien zijn van kunstraat. Door de nieuwe bak bovenop te plaatsen, blijven de bijen ook 's nachts doorwerken in de eerste honingkamer en gaan de bijen door met de stapeling van honing richting de nieuwe tweede honingkamer. Dus niet de nieuwe honingkamer onder de eerste plaatsen, want dan verlaten de bijen de al deels gevulde honingbak in de nacht en is de honing slechter bereikbaar vanuit het broednest.
Een derde honingkamer?
Bij extreme drachten zoals op het koolzaad of bij zeer sterke volken kan een derde honingkamer nodig zijn. Deze wordt geplaatst zodra de tweede honingkamer voor 50% of meer gevuld is of wanneer je overal bijen ziet zitten in de bovenste honingkamer. Deze ook weer bovenop plaatsen! In deze video zie je de controle van het broednest en het plaatsen van de tweede honigkamer.
Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent bijenteelt